God zoekt de mens

bron: http://www.grotekerknaarden.nl

In het gesprek dat hij in de Paasnacht met Nicodemus heeft, vergelijkt Christus zichzelf (of eigenlijk ‘de Mensenzoon’) met de koperen slang die in het boek Numeri door Mozes op een staak gezet werd. Wanneer de Israëlieten die door giftige slangen werden gebeten daarna keken bleven ze in leven: “De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhoog geheven heeft, opdat ieder die gelooft in hem eeuwig leven heeft. ” (Johannes 3:14-15). De kerk leest deze tekst op Zondag Trinitatis, een week na Pinksteren.

Vondel heeft deze typologie gebruikt in ‘Altaergeheimenissen’, zijn uitgebreide leerdicht, of is het een loflied, op de eucharistie.

En aen te zien dien lijder, dootsch en bang;

Die, voor elcx oogh gehange, kopre Slang,

Genezende d’aenbidders, onder ’t eten,

Van ‘t moortvergift der helsche slangenbeten; (II 541-544)

In de grote Kerk in Naarden is deze typologie verbeeld door tegenover de schildering van de koperen slang een schildering van de kruisiging te plaatsen (zie de afbeelding boven). Rondom het kruis zweven engelen die het bloed en het water opvangen die uit de wond in de zijde van Christus stromen, beeld van de sacramenten doop en avondmaal waar de kerk van leeft. Jezus zegt immers: ‘niemand kan het koninkrijk van God binnengaan,tenzij hij geboren wordt uit water en geest. ‘ Vondel vindt hier een onuitputtelijke bron van verwondering. Waar geen mens van nature bij kan, gebeurt omwille van de mens.

’t Gevleeschte Woort verandert dus zijn lijf,

Om ’s menschen wil: de mensch blijft even stijf

Verandert nog zijn schubben, noch zijn zinnen

Godt zoeckt den mensch, geen mensch zoeckt Godt te winnen.

(Altaergeheimenissen I 1431-1434)

Plaats een reactie